Krishna staat bekend als lila-purusottama, de ultieme genieter van zijn spel en vermaak. Heer Rama staat bekend als maryada-purusottama, de ultieme genieter van het vedisch fatsoen. Sri Caitanya staat bekend als prema-purussotama, de ultieme genieter van prema, hij die Krishna-prema geeft zonder onderscheid te maken. In Caitanya-caritamrta staat beschreven( C.C. madhya 19.53):
namo maha-vadanyaya krsna-prema-pradayate
Krsnaya Krsna-caitanya-namne gaura-tvise namah
Ik breng mijn eervolle eerbetuigingen aan de Allerhoogste Heer Sri Krishna Caitanya, die het meest genadevol is van alle avataras, zelfs Krishna zelf, omdat hij vrijelijk geeft wat niemand anders eerder heeft gegeven, namelijk zuivere liefde voor Heer Krishna.
Srila Rupa Goswami draagt deze pranama-mantra op aan Sriman Mahaprabhu. Hij beschrijft Mahaprabhu als maha vadanyaya, de meest vrijgevige incarnatie, omdat krsna-prema-pradaya te. Hij geeft krsna-prema zonder discriminatie. De dichter Premananda dasa zingt:
uttama adhama kichu na bachila yaciya dilaka kola
kahe premananda emana gauranga hrdaye dhariya bola
Sri Caitanya Mahaprabhu dicrimineert nooit, het maakt hem niet uit of iemand het meest verheven of het meest gevallen is. Hij geeft Krsna-prema zonder te onderscheid te maken. Hij is patita-pavana, de verlosser van de diepst gevallenen. Hij geeft Krsna-prema door het chanten van de heilige namen. maukhya-pathe jiva paya krsna-prema-dhana, het belangrijkste resultaat van het chanten van de heilige namen,
Hare Krsna Hare Krsna Krsna Krsna Hare Hare
Hare Rama Hare Rama Rama Rama Hare Hare
het verkrijgen van Krsna-prema. Als er zuiver gechant wordt en zonder overtredingen is dan zal je zeker Krsna-prema verkrijgen. Wanner het chanten niet zuiver en zonder fouten is dan zal je geen Krsna-prema verkrijgen al chant je duizenden levens lang.
Demonische kwaliteit
In zijn Siksastaka heeft Mahaprabhu uitgelegd hoe iemand Krsna-prema kan verkrijgen:
trnad api su-nicena taror iva sahisnuna
amanina mana-dena kirtaniyah sada harih
Iemand die zichzelf lager acht dan een grasspriet, die toleranter is dan een boom en die geen persoonlijk eer verwacht maar altijd bereid is om iedereen zijn eerbetuigingen te brengen, kan gemakkkelijk en altijd de heilige namen van de Heer te chanten.
De vers van Siksastaka is de meest belangrijke. Iemand dient zichzelf nederiger te gedragen dan een grasspriet. En taror iva sahisnuna, zo verdraagzaam als een boom te zijn. amanina mana-dena, geen respect voor zichzelf opeisend maar dient aan iedereen zijn eerbetuigingen te brengen. Kaviraj Goswami heeft in Caitanya-caritamrta(C.C. antya 20.26) geschreven:
ei mata hana yei krsna-nama laya
sri-krsna-carane tanra prema upajaya
Wanneer iemand de heilige namen van de Heer op deze wijze chant, zal zijn sluimerende liefde voor Krishna zijn lotusvoeten wakker gemaakt worden.
Iemand die chant:
Hare Krsna Hare Krsna Krsna Krsna Hare Hare
Hare Rama Hare Rama Rama Rama Hare Hare
met deze mentaliteit zal zeker krsna-prema verkrijgen. Dit is de les van Caitanya Mahaprabhu. Er dient totaal geen trots aanwezig te zijn.
dambho darpo'bhimanas ca krodhah parusyam eva ca
ajnanam cabhijatasya partha sampadam asuram
In Srimad Bhagavad-gita(16.04) heeft Sri Krishna gezegd: Oh zoon van Pritha, trots, arrogantie, verwaandheid, boosheid, hardheid en ontwetendheid zijn kwaliteiten die toebehoren aan de demonische natuur. Dit zijn demonische karaktertrekken, asuri sampada. Dit zijn geen karaktertrekken van een toegewijde van Heer Krishna. Een vaisnava-sadhu bezit helemaal geen trots. Hij is nederiger dan een grasspriet. Als er trots ontwikkeld wordt dan kun je geen vooruitgang maken. Het chanten zal nooit zuiver en zonder overtredingen zijn. Je zuklt zeker overtredingen begaan. Dit is de reden dat Mahaprabhu deze lessen in zijn Siksastaka gegeven heeft. De demonen zijn trots en hebben opgeblazen ego's. Zeker in Kali-yuga, het meest gevallen en zondige tijdperk, is trots, dambha, de maatstaf. Kali betekent ruzie maken. Ruzie tussen twee personen, ruzie tussen twee groepen, ruzie tussen twee gemeenschappen, et cetera. Iedereen maakt ruzie. Waarom? De oorzaak is dambha, trots. Iedereen denkt: ik ben zo groot. Oh, ben je groot? Ik ben nog groter. Hier start de ruzie. Deze dambha is de grootste oorzaak. Maar toen Heer Caitanya in Kali-yuga aanwezig was, zei hij dat we geen trots dienen te bezitten. Krishna is het onderwerp van liefde. Krsna-prema is de pancama-parama-purusartha, de vijfde en het ultieme doel van het leven. Deze zeldzame menselijke geboorte is bedoeld om krsna-prema te verkrijgen. Srimad Bhagavad-gita(11.9.29) zegt hierover:
labdha-sudurlabham idam bahu sambhavante
manusyam arthadam anityam apiha dhirah
Na vele, vele geboorten bereikt iemand de zeldzame menselijke vorm van het leven die, alhoewel tijdelijk, iemand de mogelijkheid biedt de hoogste perfectie te verkrijgen. Daarom dient een eenvoudig mens te streven naar de ultieme perfectie van het leven zo lang als dat het lichaam, dat altijd onderworpen is aan de dood, niet gevallen is en overledenis. Want zinsbevrediging is altijd aanwezig voor zelfs de meest weerzinwekkende schepsels van het leventerwijl Krishna-bewustzijn alleen te bereiken is voor een mens.
Na vele ,lakhs en lahks, levensvormen doorlopen te hebben, krijgt iemand deze zeldzaam te bereiken menselijke geboorte. Wat is het nut hiervan? Arthada, het is bedoeld om de belichaamde ziel te helpen om de hoogste vorm van perfectie te bereiken. Dit menselijk bestaan is tijdelijk en is maar een korte periode van tijd gegeven. Op ieder moment kan de dood intreden en dan is het over met dit lichaam. Maar, arthada, in dit zeldzaam te bereiken menselijk bestaan kun je Krsna-prema verkrijgen. Dit is de vijfde purusartha ofwel de opperste purusartha, het ultieme doel. Deze menselijke geboorte is voor dit bedoeld. Zonder Krsna-prema kan niemand Krsna benaderen. Krishna wordt gebonden door zulke liefde. Mahaprabhu gaf deze prema en is het hoogst bereikbare in Kali-yuga. Mensen die leven in Kali-yuga kunnen geen andere sadhana uitoefenen in dit gevallen, zondige tijdperk. In Kali-yuga is het bewustzijn erg, erg in verval geraakt. De levensduur is erg kort, tot zo'n honderd jaar. Maar hoeveel mensen leven er honderd jaar? Door zondige activiteiten wordt de levensduur korter en korter. Zo wat kunnen we doen? Mahaprabhu is zo genadig. Hij besloot om krsna-prema te distribueren. Maar als je trots ontwikkelt, kun je geen krsna-prema verkrijgen. Trots dient vernietigd te worden. Demonen ontwikkelen trots maar een sadhu, vaisnava, is totaal niet opgeblazen, een blaaskaak.
Ik ben een groot vaisnava
We zijn een onderdeel van de gemeenschap van Krishna-bewustzijn geworden, Mahaprabhu's beweging. We hebben een guru geaccepteerd en chanten de heilige namen van de Heer. Misschien reciteren we dagelijks het Siksastaka, maar nog steeds zijn we trots. Trots komt in verschillende vormen:"Weet je niet wie ik ben? Ik ben een senior toegewijde! Ik breng al jaren door binnen deze beweging. Wist je dat dan niet?". Dit wordt sevaka-dambha, trots op zijn positie, genoemd. Alhoewel we trnad api sunicena reciteren, alhoewel we vele malen gehoord hebben wat de gevaren van trots zijn, steekt deze dambha nog steeds de kop op. We zijn nog steeds niet in staat op te geven:"Weet je het dan niet? Ik heb van alles gedaan. Ik heb vele tempels geopend. Ik ben een tempelpresident. Ik ben een manager. Ik ben GBC, een groot guru, acarya."Ook zul je enige vaisnava's vinden die hun familie en rijkdom van de materiele wereld hebben opgegeven. Ze hebben alles opgegeven. Maar zij hebben tyaga-dambha, zijn trots op hun onthechting. "Ik ben zeer onthecht. Ik heb van alles opgegeven. Heeft iemand ooit opgegeven wat ik heb opgegeven?"Ze kunnen rondlopen in Vrndavana, leven door te bedelen, alleen maar madhukari, biksa, verzamelend en nog steeds hebben een ongelooflijk grote trots, dambha. Wie is vrij van trots? Trots komt in verschillende vormen naar boven. Dus hoe kunnen we nederig, trnad api sunicena, worden? Hoe kunnen we ons chanten zuiveren en zonder overtredingen chanten? Hoe kunnen we de genade van Mahaprabhu verkrijgen? Hoe kunnen we Krsna-prema ontwikkelen?
Krishna's verdwijning vanuit de Rasa-lila
Krishna is zo genadig, suhrdam sarva-bhutanam, Hij is onze weldoener, de vriend van alle levende wezens en in het speciaal voor zijn dierbare toegewijden. Zij die zijn dierbare toegewijden zijn geworden, zijn Hem zeer dierbaar. Wanneer zijn toegewijde wat trots ontwikkelt, zal Hij het vernietigen.Dit is zijn genade. In het Srimad-Bhagavatam(10.32.6) dat Krishna, terwijl de Rasa dans, Rasa-krida aan de gang was, Hij plotseling verdween. De gopis waren zo bedroefd, de pijnen van gescheidenheid voelend."Waar is Krishna? Waar is Hij?"Maar ze konden Hem niet zien. Het Bhagavatam(10.31.6) beschrijft dat op dat dat moment de gopis huilden en het volgende vers uitten:
vraja-janarti-han vira yositam
nija-jana-smaya-dhvamsana-smita
bhaje sakhe bhavat-kinkarih sma no
jalaruhananam caru darsaya
Oh Jij die het lijden van de bewoners van Vraja vernietigt, Oh Held van alle vrouwen, Jouw glimlach verbrijzelt de valse trots van Jouw toegewijden. Alsjeblieft, dierbare vriend, accepteer ons als Jouw dienaren en laat ons Jouw mooie lotus gezicht zien.
De gopis waren Krishna overal aan het zoeken. Ze liepen naar iedere struik, iedere tak en ze vroegen aan iedere boom:"Heb jij Krishna gezien? Heb jij Hem gezien?"Uitschreeuwend, vraja-janarti-han, Oh Krishna, die de vernietiger is van het lijden van de bewoners van Vraja. Vira yositam, Oh Krishna, die de ultieme held is van alle vrouwen van Vrajabhumi. En dan zeggen ze, nija-jana-smaya-dhvamsana-smita. Deze zin is zeer belangrijk: nija-jana betekent jouw eigen mensen, Oh Krishna, je verbrijzelt de trots van hen die Jou zeer dierbaar zijn. De gopis baden, we hebben wellicht wat trots ontwikkeld en ben je daarom verdwenen om onze trots te verbrijzelen. Jouw verdwijning heeft ons in huilen doen uitbarsten en heeft ons ellendig gemaakt. Dan zeiden zij, bhaja sakhe bhavat-kinkarih sma no jalaruhananam caru darsaya, Oh Krishna, Jouw prachtige gezicht glimlacht altijd. Oh vriend, we zijn allemaal Jouw dienaren. Alsjeblieft, laat ons Jouw prachtige lotus gezicht zien. Als de toegewijden van Krishna per ongeluk wat trots ontwikkelen, dan zal Krishna dit vernietigen. Dit is de betekenis van dit vers.
Arjuna en de hyena
We kunnen dit ook zien in het geval van Arjuna. Arjuna is een dierbare toegewijde van Krishna. Krishna heeft keer op keer gezegd in de Bhagavad-gita: "bhakto 'si me", "priyo 'si me", "sakha 'si me", jij bent mijn dierbare vriend, dus geef ik je deze meest vertrouwelijke instructies. Op het slagveld van Krukshetra, was Krishna de wagenmenner van Arjuna. Toen hebben de Pandavas de overwinning behaald en Krishna heeft toen Yudhisthir Maharaja, de rajadiraja, de keizer van de gehele wereld, gemaakt. Na de strijd op Kurukshetra waren de Pandavas zeer blij en verheugd. Zeker Arjuna was zeer gelukkig. Arjuna heeft de Bhagavad-gita rechtstreeks van de lippen van Krishna vernomen. Eens waren Krishna en Arjuna samen aan het rondrijden in een strijdwagen. Krishna was de bestuurder en ze trokken door een aantal tuinen op de oever van de Yamuna, samen een gesprek voerend. Arjuna had wat trots in zichzelf ontwikkeld. Hij dacht:"Ik ben een groot jnani. Krishna heeft mij persoonlijk deelgenoot gemaakt van deze gita-jnana. Ik heb het rechtstreeks vernomen van de lippen van Krishna."Krishna weet wat iemand fluistert in zijn eigen hart omdat Hij in het hart aanwezig is als de superziel. Krishna begreep:"Arjuna heeft trots ontwikkeld. Hij denkt dat hij een groot jnani is omdat hij de kennis, jnana, rechtstreeks van mijn lippen heeft gehoord. Dus, nija-jana-smaya-dhvamsana-kari, Krishna's aard is dat wanneer zijn eigen toegewijden trots ontwikkelen, hij deze trots moet vernietigen.
Toen zij zo langs de oever van de Yamuna reden, zagen zij een jambuka, een hyena, draaiend rond een overleden mens, er alleen aan ruikend maar er niet van etend. Toen Arjuna dit zag, moest hij lachen en zei:"Die jambuka heeft zijn verstand verloren. Hij is een murkha, een stommeling. Hij beweegt zich alleen rond dit overleden lichaam en ruikt eraan maar hij eet er niet van. Zo meteen komen er twee grote honden en dan zal hij uit angst wegrennen. Hij is zo een murkha, stommeling, hij heeft zijn verstand verloren." Arjuna zei dit vanuit trots. Hij vond zichzelf een jnani en hij vond dat de hyena een murkha was.
Krishna stopte de wagen en riep: "jambuka, Jambuka, kom alsjeblieft eens hier."De jambuka kwam met gevouwen pootjes, bracht zijn eerbetuigingen en ging zitten. Toen vroeg Krishna:"Oh jambuka, dit dode lichaam is jouw eten. Waarom loop je er alleen om heen, ruik je er aan maar eet je er niet van?"De jambuka antwoordde:"Oh mijn Heer, wat zal ik zeggen? U bent alwetend. Alhoewel dit mijn eten is, heb ik nog steeds mijn voorkeur. Zonder onderzoek zal ik er niet van eten."Krishna zei:"Je hebt voorkeur?" "Oh,ja." "Wat is jouw voorkeur?" De jambuka zei:"Mijn Heer, omdat je het me vraagt, zal ik het vertellen. Door aan zijn benen te ruiken, kan ik er achter komen of hij tijdens zijn leven ooit naar Jagannath Puri Dham, Vrindavana Dham of Mayapur Dham is geweest door er heen te lopen. Door aan zijn handen te ruiken, kan ik ontdekken of deze persoon ooit puja, een eredienst aan Bhagavan, heeft gedaan. Door aan zijn ogen te ruiken, kan ik er achter komen of hij ooit een sadhu of een deity in een tempel gezien heeft. Door aan zijn hoofd te ruiken, kan ik er achter komen of hij ooit eerbetuigingen heeft gebracht aan een sadhu-vaisnava of deity. Door aan zijn oren te ruiken, kan ik er achter komen of hij ooit Krsna-katha gehoord heeft. Door te ruiken, kan ik al deze zaken ontdekken. Als hij geen van deze zaken heeft ondernomen dan zal ik zulk onzuiver voedsel niet eten."De jambuka zei:"Als een van zijn lichaamsdelen, een hand, een been of een oor, wel wat devotionele dienst heeft verricht, dan zal ik alleen dat lichaamsdeel eten. Oh Heer, we zijn pasu, beesten, dieren. We hebben geen kennis. We hebben geen recht om dharma te verrichten, subha-karma, of iets dergelijks. Omdat we dieren zijn, is ons bewustzijn erg laag, een bedekt bewustzijn. We hebben niet de mogelijkheid om enige dharma te beoefenen. Alleen door eten, kunnen we enige vroomheid verkrijgen."Bhagavan Krishna zei:"Oh jambuka, alle eer aan jou. Je bent mijn dierbare bhakta."
Toen Arjuna deze woorden van de hyena hoorde, was Arjuna verwonderd:"Oh deze jambuka heeft zoveel kennis? Ik dacht dat ik zo'n grote jnani en bhakta was maar deze jambuka is groter dan dat ik ben! Zoveel kennis en zoveel bhakti heeft hij."Op deze wijze vernietigde Heer Krishna de trots van Arjuna omdat Arjuna zijn dierbare toegewijde is, nija-jana-smaya-dhvamsana.
Krishna's gekte
Op een gelijk wijze kun je in het Srimad Bhagavatam vinden dat Uddhava beschreven wordt als een zeer dierbare toegwijde van Heer krishna. In Srimad Bhagavatam(11.14.15) heeft Krishna tegen Uddhava gezegd:
na tatha me priyatama atma-yonir na sankarah
na ca sankarsano na srir naivatma ca yatha bhavan
Oh Uddhava, atma-yonih, Brahma, is me niet zo dierbaar. Sankarah, Shiva, is me niet zo dierbaar. Sankarsanah, mijn broer Sankarshan, is me niet zo dierbaar. Srih, mijn vrouw Lakshmi, is me niet zo dierbaar. Naivatma, Mijn ziel, Mijn atma, Ikzelf, is me niet zo dierbaar als dat jij dat bent.
Daarom heeft Krishna Uddhava naar de bewoners van Vrindavana gestuurd om de boodschap van liefde over te brengen aan Nanda en Yasoda en de jonkvrouwen van Vrajabhumi die allen pijnscheuten van gescheidenheid van Krishna ervaren. De gopis hebben zuivere liefde voor Krishna. Er is hierin geen zweem van jnana of aisvarya te bekennen. En zoals de gopis continu aan Krishna denken, zo denkt Krishna continu aan de gopis. Krishna is in Mathura en de gopis zijn in Vrajabhumi. Soms slaapt Krishna, maar in slaap zijnde zoals een dronken gek, slaakt hij de woorden: Radhe! Radhe! Radhe! Gopi! Gopi! Gopi! Dit is een teken van liefde. Dit is het denkproces: als je heel sterk aan iemand denkt dan zal dit denkproces deze persoon aanraken. Dit principe bestaat ook in de materiele wereld. Een moeder heeft liefde en affectie voor aar zoon. De moeder denkt altijd: Oh, mijn zoon is nu in San Diego en ik ben hier in India, duizenden kilometers bij hem vandaan. Wat zou hij nu aan het doen zijn? Terwijl de zoon iets aan het eten is, blijft er soms iets in zijn keel steken. Aaaaaaa....aaaaaa, wat is dit? Wat gebeurt er? Oh, misschien denkt er iemand aan me. Misschien denkt mijn moeder wel aan me. Op een zelfde manier dat als de gopis aan Krishna denken, denkt Krishna aan de gopis. Krishna kan niet naar ze toe en zij kunnen niet naar Hem toe. Wat kan er gedaan worden? Krishna besloot toen een boodschap van liefde aan ze te sturen. Maar wie kan deze boodschap overdragen? Een zeer intiem persoon is hiervoor nodig. Dus riep Krishna Uddhava. Uddhava is een intimie, na tatha me priyatama atma-yonir na sankarah. Krishna zei:"Uddhava kom eens hier."En toen vertelde Krishna hem:"Oh Uddhava, neem alsjeblieft deze boodschap van liefde aan en breng het naar Vrajabhumi. Mijn vader en moeder en de gopis van Vrajabhumi zijn in nood en ervaren hevige pijnen van gescheidenheid van Mij. Ga er alsjeblieft heen en geef ze de boodschap en stel ze gerust. Uddhava is brhaspati-sisya, een discipel van Brhaspati. Uddhava is ook een zeer dierbare vriend van Krishna. Uddhava lijkt precies op Krishna. Dezelfde huidskleur, dezelfde bouw, dezelfde lengte, alles lijkt precies hetzelfde. Maar Uddhava is Brhaspati-sisya, Brhaspati-jnani, Brhaspati heeft jnana overgebracht op Uddhava maar geen prema. Net als Arjuna is Uddhava er trots op dat hij een groot jnani is omdat hij een discipel is van Brhaspati, een jnani-guru. Dus Krishna dient de trots van Uddhava te vernietigen. Dit was ook een reden dat Uddhava naar Vrajabhumi gestuurd werd. Toen Uddhava in Vrajabhumi is en de liefde van de gopis ziet, zal zijn trots vernietigd worden. Dan zal hij prema ontwikkelen. Wanneer zijn trots niet vernietigd zal worden dan kan hij geen prema ontwikkelen. Dit is de reden dat Krishna, vanuit Zijn genade, Uddhava naar Vrajabhumi heeft gezonden.
Vanaf een afstand zagen de gopis Uddhava. Ze dachten:"Wie is dit? Hij lijkt precies op Krishna."Ze begonnen met elkaar te spreken:"Oh Sakhis, wie is die persoon die daar aankomt? ini ke? ini ke? Wie is dat? Wie is dat? Hij lijkt precies op Krishna maar hij heeft geen pauweveer op zijn hoofd en geen fluit in zijn handen dus het is Krishna niet. Maar hij heeft dezelfde huidskleur, dezelfde lengte en dezelfde leeftijd als Krishna."Uddhava zijn kar ging naar Nanda Maharaja zijn huis en bleef daar staan, toen besloten alle gopis er heen te gaan om meer informatie over deze persoon te verkrijgen."Wie is hij?""Hij is een boodschapper,a duta, hier gekomen vanuit Mathura. Krishna heeft hem hier naar toe gestuurd." Uddhava ontmoette Nanda Maharaja en Yasoda mata. Uddhava was gekomen om ze gerust te stellen. Toen Uddhava de diepgang zag van Nanda Maharaja zijn verdriet door gescheidenheid en Yasoda mata zag huilen, dacht hij bij zichzelf:"Hoe kan ik ze gerust stellen?"Uddhava is een jnani-bhakta. Hij heeft kennis. Dus hij zei:"Waarom heb je zo'n verdriet, Nanda Maharaja? Krishna is Bhagavan. Hij is al doordringend. Hij is overal. Warom ben je aan het huilen?" Nanda Maharaja zei:" Stop! Wat zeg je daar? Krishna is mijn zoon, mijn zoon, mijn zoon! Laat Krishna een isvara zijn maar hij is mijn zoon. Hij is mijn zoon."Moeder Yasoda zei:"Ik heb deze lekkere makhan-misri, zoete boter, voor Hem gemaakt. Ik heb een mooi bed voor Hem gespreid en ik heb een mooie bloemenketting voor Hem gemaakt. Het is allemaal voor onze Krishna. Als Hij niet onze zoon is, voor wie hebben we dit dan allemaal gemaakt?"Daarna begon Yasoda ata te huilen. Omdat Uddhava een jnani-bhakta is, was er trots in hem aanwezig. Hij kon het gemoed van Nanda Maharaja en Yasoda mata niet begrijpen. Uddhava vervloekte zichzelf:"Mijn missie heeft gefaald. Welke geruststelling kan ik ze geven? Zo een leiede zoals zij die voor Krishna hebben ontwikkeld, is bij mij afwezig. Wat is mijn leven nog waard? Mijn leven is niets meer waard, niets meer waard."
Gemotiveerd en ongemotiveerd
Uddhava ging naar de gopis. De liefde van de gopis voor Krishna was zelfs nog groter. Hun liefde is zeer,zeer zuivere liefde voor liefde, madhurya-rasa. Dag en nacht huilden zij in gescheidenheid van Krishna. Heel vaak vielen zij flauw. Ze aten en sliepen niet meer en werden erg mager en lagen maar op de grond. Ze dachten aan iedere plek van het het spel en vermaak van Heer Krishna en dachten dan:"dit heeft Krishna hier gedaan."Ze spraken alleen Krsna-katha en dachten aan niets anders dan Krishna. Ze waren zo mager geworden door de gevoelens van gescheidenheid van Heer Krishna dat de ringen die ze aan hun vingers droegen, armbanden om hun polsen waren geworden. Ze dachten altijd aan en spraken altijd over Krishna. Dit is echte liefde.
Toen zij Uddhava zagen, vertelden zij hem:"Oh Uddhava, priti heeft twee types: haituki-priti en ahaituki-priti, voorwaardelijke liefde of onvoorwaardelijke liefde."De gopis gaven toen een aantal voorbeelden:"toen de honingbij naar een bloem gaat, zingt zij, een zoemende geluid makend. Op deze wijze aanbidt zij de bloem en zoent dan de bloem maar met welke reden? Alleen om de nectar uit de bloem te halen. En wanneer de nectar er volledig uitgehaald is dan verlaat zij de bloem. Geen liefde meer. Dus nectar is de oorzaak van deze priti, deze liefde. Op gelijke wijze voelen prostituees zich aangetrokken tot rijke jonge mannen om geld te krijgen. Ze hebben enige priti voor de jongemannen zolang als dat ze geld hebben. Maar wanneer het geld op is, is hun priti ook verdwenen. Geld is de oorzaak van deze priti. En zo gaven de gopis nog meer voorbeelden. Toen zeiden zij:"Maar Uddhava, de liefde die we voor Krishna voelen is onvoorwaardelijk."
Brandende vraag
De gopis zeiden:"Oh Uddhava, als je zo'n grote jnani bent en als je een discipel van Brihaspati bent dan zul je wel veel kennis van rasa-sastra hebben. Als je enige kennis hebt van van rasa-sastra, dan zal je onze vraag kunnen beantwoorden. Als je het niet kunt beantwoorden dan zullen we zeggen dat je helemaal geen kennis bezit. Onze liefde voor Krishna is onvoorwaardelijk. Er is geen dubbelzinnigheid, geen persoonlijke motivatie in onze liefde voor Krishna. Dus vertel ons, waarom heeft deze viraha-duhkha, dit verdriet in gescheidenheid, ons overvallen? Onze liefde is zuiver en we hebben gehoord dat er door zuivere liefde er geen viraha, gescheidenheid bestaat. We voelen zoveel pijnen van gescheidenheid van onze zeer geliefde Krishna maar onze priti, onze liefde voor Krishna, heeft geen zweem van materialisme. Dat wat verband houdt met materie, heeft een oorzaak, upadhi. Maar onze liefde heeft geen materiele oorzaak, het is nirupadhikah-priti, zonder enige materiele oorzaak. Er is niets gemaakt aan onze liefde voor Krishna. Het is natuurlijk en spontaan. Waarom heeft dit verdriet van gescheidenheid ons dan overvallen? Beantwoordt alsjeblieft onze vraag.
"Eigenlijk, Uddhava, zijn we persoonlijk niet zo verdrietig door de gescheidenheid maar we voelen dit verdriet omwille van de gewone mens. Er is geen oorzaak en geen aanwijzing voor de zuivere liefde die we hebben voor Krishna. Als zo'n verdreit een gewoon mens overvalt dan zal hij denken:"Oh, ik ontwikkel geen liefde voor Krishna want er zit zoveel verdriet in."Niemand zal van onze geliefde Krishna houden, Hij die het ultieme onderwerp van liefde is. Dit geeft veel pijn in ons hart. Dus vertel ons Uddhava, waarom heeft dit plaats gevonden inzake nirupadhi-prema? Waarom?
Geen discriminatie
Dit zeggende, werden ze extatisch, volledig geabsorbeerd in gedachten aan Krishna en niets anders. Op ditzelfde moment konden zij geen onderscheid maken tussen goed en kwaad en wat gunstig of ongunstig is. Ze vergaten alles. De Bhagavatam(10.47.9) beschrijft:
ito gopyo hi govinde gata-vak-kaya-manasah
krsna-dute samayate uddhave tyakta-laukisah
De gopis, wiens woorden, lichamen en gedachten volledig gericht zijn op Govinda, hebben hun dagelijks werk opzij gezet nu dat de boodschapper van Krishna, Uddhava, bij hun aangekomen was.
Alhoewel Uddhava een vreemde was, voelden de gopis geen schaamte om al deze zaken met hem te bespreken. Zij discrimineerden niet:"Oh, hij is een vreemde. Wat zal hij wel niet denken van ons?" Zij hadden geen last van zulke gedachten. De gopis spraken altijd over Krishna en de liefde die ze voor Hem hadden. Zij waren altijd aan het huilen en huilen, zeggende:"ha Krsna! ha Vrajanatha! ha Gopi-janavallabha! ha arta-nasana!"-"Oh Krishna! Oh Heer van Vraja! Oh meest geliefde van de gopis! Oh vernietiger van verdriet!"Huilende, huilende en dit zeggende, stonden ze allemaal op en keken in de richting van Mathura. Hun handen in de lucht huodend met pijn in hun harten, zeiden zij:"Oh vraja-prana, oh leven van Vraja, kom alsjeblieft nogmaals hier naar toe om de situatie van de bewoners van Vrajabhumi te zien. Vanaf onze geboorte hebben we al liefde voor Jou. We kennen niemand anders dan Jou. Nu we verdrinken in de oceaan van viraha, kom dan alsjebleift nogmaals naar Vrajabhumi en laat ons Jouw lotusvoeten zien die als een schepen zijn die onze over deze oceaan van viraha heen kunnen helpen."Ze spraken dit alles uit in aanwezigheid van Uddhava. Ze dachten niet:"Uddhava is een vreemde. Wat zal hij wel niet denken?"Ze waren tyakta-laukikah, ze hielden geen enkele rekening met wereldse zaken. Ze hadden hun schaamte, lajja, opzij gezet. Zij dachten altijd aan het zoete spel en vermaak van de Heer in Vrajabhumi. Ze waren krankzinnig gworden en waren aan het huilen. In het Srimad-Bhagavatam(10.47.10) staat geschreven:
gayantyah priya-karmani rudantyas ca gatah-hriyah
tasya samsmrtya samsmrtya yani kaisora-balyayoh
Door constant te denken aan het spel en vermaak van Heer Krishna die Hij in zijn kindertijd en jeugd uitvoerde, bezongen de gopis dit spel en vermaak en hulden zonder schaamte.
De gopis spraken en herinnerden allemaal Krishna's kaisora-balyayoh, Zijn jeugdig spel en vermaak, en huilden. Toen Uddhava dit zag, zei hij:"Wat een liefde hebben zij voor Krishna. Zo'n liefde heb ik niet. Ik ken zo'n liefde niet. Ik dacht dat ik groot was, een groot geleerde, een dierbare vriend van Krishna, maar wat voor liefde hebben zij wel niet!"Op ditzelfe moment zei hij ook:"Krishna heeft me naar Vrajabhumi gestuurd. Waarom heeft Hij me zo een genade gegeven? Mijn leven is nu succesvol, de gopis zo ziende."
Stof van de gopis
Het Bhagavatam(10.47.63) beschrijft dat Uddhava op ditzelfde moment in zijn hart begon te spreken:
vande nanda-vraja-strinam pada-remum abhiksnasah
yasam hari-kathodgitam punati bhuvana-trayam
Keer op keer breng ik mijn eerbetuigingen aan het stof van de lotusvoeten van de vrouwen van Nanda Maharaja koeherdersdorp. Wanneer de gopis luid de heerlijkheden van Sri Krishna chanten, zuivert deze vibratie de drie werelden.
In zijn gedachten bracht Uddhava zijn eerbetuigingen aan de lotusvoeten van de jonkvrouwen van Vrajabhumi en hij zocht het stof van hun lotusvoeten. yasam hari-kathodgitam punati bhuvana-trayam-"De Hari-katha die die van de lippen van de gopis komt, zal de wereld zuiveren. Ik wil het stof van hun voeten hebben en het op mijn hoofd als versiering plaatsen. Als dit me niet lukt dan is mijn leven nutteloos. Mijn leven is droog omdat ik droge kennis heb zonder beleving. Als ik maar iets van het stof van hun lotusvoeten heb, zal mijn leven succesvol zijn."
Geen taal
Uddhava ontmoette Radharani. Radharani had diep verdiet door gescheidenheid en was volledig krnkzinnig. Ze was in een situatie die haar dood kon worden maar de dood kwam niet. Radharani had woede ontwikkeld. Dit gedrag staat bekend als madanakhya-mahabhava en Radharani is madanakhya-mahabhava-mayi, de verpersoonlijking van madanakhya-mahabhava. Door als smoes te spreken met de honingbij, was Radharani in haar woede harde woorden van liefde aan het spreken tegen Krishna. Dit staat bekend als Bhramara-gita, het lied van de honingbij. Na enige tijd werd Radharani wat rustiger. Uddhava stond er toevallig bij toen zij deze woorden sprak. Toen Uddhava zag dat de woede van Radharani enigszins bekoeld was, probeerde Uddhava dichterbij te komen. Uddhava die de liefde van Radharani voor Krishna hoorde en zag, zei Uddhava:"aho! aho!"Hij was verbaasd. "aho! aho!"Zo een liefde! Zo een liefde!"Ze huit altijd voor Krishna. Wat is mijn plicht hier? Ik beng hier naartoe gekomen om de gopis gerust te stellen maar ik geen woorden vinden die hun enigszins gerust zal stellen. Welke geruststelling kan ik ze geven? Ze hebben zo'n zuivere liefde voor Krishna ontwikkeld. Eerder dacht ik dat aan het huilen is door het verlies van materiele zaken zoals rijkdom of het verlies van familieleden en normaal gesproken biedt iemand ze dan wat geruststelling door te zeggen:"Dit is materieel, tijdelijk en onderwerp van vernietiging, de dood. Waarom huil je? Huil toch niet. Geef het huilen op. Ontwikkel jouw eeuwige relatie met de Heer!"Met deze woorden kan ik wat verlichting bieden. Maar wat zeg ik tegen de gopis? In deze gehele wereld kan ik geen woorden vinden die geruststelling kunnen bieden. Zij huilen voor Krishna. Hoe kan ik zeggen:"Huil niet voor Krishna? Hoe kan ik dat nu zeggen? Als ik zeg, huil niet voor Krishna dan is dit een grote overtreding. Het is het ultieme purusartha, het ultieme doel in het leven om krsna-prema te ontwikkelen en te huilen voor Krishna. Dit is nodig, en de jonkvrouwen van Varjabhumi hebben dit. Ik, Uddhava, heb dit niet verkregen. Mijn leven is nutteloos!"
Op deze manier denkende, vervloekte Uddhava zichzelf:"Hoe kan ik zeggen, huil niet. Iets in me zegt dat ik ze zou moeten vertellen: huil meer, meer, meer! Hoe kan ik ze vertellen: huil niet." Uiteindelijk vereerde Uddhava ze:"Oh gopi jonkvrouwen van Vrajabhumi, jullie zijn onevenaarbaar. Jullie hebben zo een liefde ontwikkeld voor Krishna. Vele yogis, munis en sadhakas hebben voor honderden en duizenden jaren sadhana beoefend en sommigen zelfs voor vele levens maar nog steeds hebben ze deze krsna-prema nog niet verkregen. Maar jullie hebben het wel. Jullie gehele leven, jullie totale lichamen zijn gemaakt voor krsna-prema. Daarom vereert iedereen uit de drie werelden jullie. Iedereen vereert krsna-prema. Alhoewel bijna niemand dit kan verkrijgen, hebben jullie deze krsna-prema. Jullie zijn geheel overgegeven, sarva-dharman parityajya mam ekam sranam vraja."De gopis zijn het voorbeeld van volledige overgave. Ze hebben alle dharmas, zelfs veda-dharma, de Vedische etiquette, de Vedische regels, opgegeven. Hun overgave is volledig gebaseerd op zuivere liefde. Behalve wanneer iemand deze zuivere liefde ontwikkelt dan is de overgave onnatuurlijk, incompleet, gedeeltelijk en geconditioneerd. Als er geen prema aanwezig is dan is het geen echte overgave.
Vereerd door de drie werelden
da
na-vrata-tapo-homa japa-svadhyaya-samyamaih
sreyobhir vividhais canyaih krsne bhaktir hi sadhyate
Toegewijde dienst geircht aan Krishna wordt verkregen door liefdadigheid, een strenge eed, boetedoeningen en vuuroffers, door japa, bestuderen van Vedische teksten, het volgen van regulerende principes en natuurlijk door het verrichten van vele andere gunstige oefeningen.
Als je aan je sadhana werkt dan ben je een sadhaka. Wat is het doel van sadhana? Dit is krsna-prema. Er zijn vele types van sadhana. Iemand kan een liefdadig persoon zijn, dana, liefdadigheid, gevend. Anderen volgen vrata, een eed. Anderen ondergaan zware tapasya, boetedoeningen. Anderen brengen yajna. Anderen chanten japa. Anderen bestuderen de Veda's. Anderen doen hun best de zintuigen te controleren of af te wenden, samyamaih. Er zijn verschillende types van sadhana maar het doel is krsna-prema. Uddhava zei tegen de gopis:"Jullie hebben al het ultieme doel bereikt, het ontwikkelen van zuivere liefde voor de lotusvoeten van Govinda. Dit is de reden dat alle bewoners van de drie planetaire stelsel jullie vereren, tri-bhuvana-pujitah. Jullie zijn de belichaming van deze prema. Zulke prema is anuttama, onvergelijkbaar, en sad-uttama, het allerhoogste. Er bestaat geen limiet. Zoals bijvoorbeeld het vuur, vuur heeft een brandende capaciteit in zich maar deze capaciteit wordt niet beschadigd door vuur, ajita vastu noy. De capaciteit om te branden behoort tot de natuur van vuur. Iemand kan dit niet scheiden van het vuur. Prema-bhakti, oftewel in vaisnava taal, mahabhava-laksana, is een met jullie, oh gopis. Jullie hebben het niet verkregen maar het is onafscheidelijk van jullie. muninam api durlabha, welke grote munis en rsis kunnen zelfs niet door zware boetedoeningen voor honderden of duizenden jaren verkijgen wat jullie al hebben. Oh gopis, door mideel van jullie activiteiten leren jullie ons hoe we leifde voor Krishna moeten ontwikkelen. Vrajabhumi is de meest glorierijke plaats van alle plaatsen binnen de drie planetaire stelsels, het is zo glorieus omdat jullie gopis daar verblijven. Krishna geeft de meest vertrouwelijke instructie in de Gita, sarva-dharman pariyaiya mam ekam saranam vraja, laat alle vormen van dharma voor wat ze zijn, zelfs de veda-dharma, en geef je over aan Mij. Jullie hebben dit gedaan. Jullie zijn de belichaming van deze mantra, sarva-dharman pariyaiya mam ekam saranam vraja. In de drie werleden heb ik nog nooit iemand gevonden die alle dharma heeft opgegeven voor Krishna. Jullie zijn de belichaming van deze mantra.
distya putran patin sva-janan bhavamani ca
hitvavrnita yuyam yat krsnakhyam purusam param
Door jullie grote geluk hebben jullie jullie zonen, echtgenoten, lichamelijk comfort, familieleden en huizen verlaten om de opperste man, die bekend staat als Krishna, te plezieren.
Zij die tot Krishna gekomen zijn, hebben alles in deze werled opgegeven. Maar er is een verschil met jullie verzaking, oh gopis. Jullie verzaking is gebaseerd op zuivere liefde. Hun verzaking is gebaseerd op vicara, een overweging. Wat is deze overweging? Iemand dient alles te verzaken anders kan deze persoon Krishna niet verkrijgen. Maar jullie vicara is niet gebaseerd op deze overweging. Jullie verzaking is natuurlijk en gebaseerd op zuivere liefde. Jullie hebben niet in de gaten dat jullie van alles onthecht zijn. Andere sadhaka's onthechten eerst en dan krijgen zij Bhagavan. Maar wat hebben jullie gedaan? Vanaf het begin hadden jullie zuivere liefde voor deze purusottama-krsna. Omdat jullie deze liefde hebben, zijn jullie van alles onthecht. Andermans onthechting is sadhana en sadhya, de weg en het einde. Ze verrichten sadhana, de weg, en dan verkrijgen ze het einde. Maar jullie onthechting is van nature.
Het antwoord van Uddhava
"Jullie hebben zulke, zulke liefde voor Krishna. En jullie leren de gehele wereld dat krsna-prema parama-purusartha, het uiteindelijke doel is."
sarvatma-bhavo dhikrto bhavatinam adhoksaje
virahena maha-bhaga mahan me 'nugrahah krtah
Jullie hebben terecht de privilege van onvoorwaardelijke liefde voor de Heer opgevorderd, oh gloriueze gopi's. Zeker door jullie uiting van jullie liefde voor Krishna in gescheidenheid, hebben jullie mij grote genade geschonken.
"Wanneer prema steeds meer ingedikt wordt, wordt het sneha. Wanneer sneha steeds meer ingedikt wordt dan wordt het mana. Wanneer mana ingedikt wordt dan wordt het pranaya. Wanneer pranaya ingedikt wordt dan wordt het raga. Wanneer raga ingedikt wordt dan wordt het anuraga. Wanneer anuraga ingedikt wordt dan wordt het bhava en wanneer bhava ingedikt wordt dan wordt het mahabhava. Deze mahabhava is de vijfde en uiteindelijke plaats van de ontwikkeling van transcendentale liefde. Jullie gopi's zijn allemaal mahabhava-mayi, de belichaming van deze mahabhava. Zelfs Mahadevi kan niet verkeijgen wat jullie hebben verkregen. In mijn opinie is er geen gescheidenheid in zo een mahabhava. Hoe kan Krishna gescheiden van jullie zijn als jullie zo een liefde, mahabhava, hebben? Jullie zijn zeer fortuinlijk. Jullie gescheidenheid is alleen een externe aangelegenheid-bahiranga-vyapara. Krishna bevindt zich zowel binnen als buiten jullie. Ik kan het niet begrijpen, er geen woorden voor vinden. Ik heb er zeer diep over nagedacht en in mijn beleving is jullie viraha, gescheidenheid, een externe aangelegenheid. Alleen om enige genade op mij te laten druppelen, Uddhava, die jivadhama is, een zeer gevallen ziel, hebben jullie deze viraha. Er kan nooit enige viraha onder jullie zijn. Hoe kan Krishna gescheiden zijn van jullie? Krishna is gebonden door jullie liefde en jullie hebben zo een ongelooflijke liefde. virahena maha-bhaga mahan me 'nugrahah krtah- alleen door door enige genade aan mij, een gevallen jiva, Uddhava, te schenken, hebben jullie deze viraha tentoon gespreid. Anders zou deze viraha gewoonweg niet aanwezig zijn.
Uddhava's transformatie
We dienen te begrijpen hoe Uddhava veranderd is. Eerst dacht hij dat hij zeer dierbaar was voor Krishna en dat hij een groot jnani was, pandit, brhaspati-sisya, een discipel van Brihaspati met veel kennis. Nu is deze trots vernietigd. Nu veroordeelt hij zichzelf en zegt:"Ik, Uddhava, ben de meest gevallen persoon. Om me genade te kunnen geven, is deze viraha daar. Deze prema is zeer krachtig-sakti-sarva-vastu. Ik had ervan gehoord en ik had er vertrouwen in. Maar ik had nog nooit de glorie van prema gezien. Nu ik de kans heb gehad om met mijn eigen ogen te zien wat krsna-prema is. Als er niet zo een viraha was, zo een gescheidenheid, dan zou Krishna me hier niet naar hebben gestuurd. Hij heeft me naar jullie toegestuurd en nu weet ik dat dit zeer fortuinlijk is. Ik ben zeer fortuinlijk dat ik naar Vrajabhumi ben gekomen en jullie mag zien. Jullie zijn de belichaming van mahabhava-bhakti, krsna-prema. Krishna heeft me een grote genade gegeven door toe te staan jullie te zien. Jullie hebben me gevraagd waarom er viraha aanwezig is in nirupadhi-prema. Mijn antwoord is dat om mij, deze jivadhama, meest gevallen jiva, Uddhava, enige genade te geven, daarom is er viraha. Ik zou niet weten welk ander antwoord ik zou moeten geven."
Uddhava is een zeer dierbare toegewijde, sujana, Krishna's eigen voorman. Door hem naar Vrajabhumi te sturen, heeft Krishna zijn trots op wonderbaarlijke wijze vernietigd. Het volgende Bhagavatam(10.31.6) vers is zeer belangrijk in dit deze:
vraja-janarti-han vira yositam
nija-jana-smaya-dhvamsana-smita
bhaja sakhe bhavat-kinkarih sma no
jalarudhananam caru darsaya
Oh Jij, die het lijden van de bewoners van Vraja vernietigt, oh held van alle vrouwen, Jou glimlach breekt de valse trots van de toegewijden in stukken. Alsjeblieft, dierbare vriend, accepteer ons als Jouw dienaressen en laat ons Jouw prachtige lotusgezicht zien.
De vers zegt, nija-jana-smaya-dhvamsana, als per ongeluk trots ontwikkeld bij Zijn eigen mensen dan vernietigt Krishna deze trots. Hij vernietigde de trots van Arjuna door hem de jambuka te laten zien en hier vernietigde Hij de trots van Uddhava door hem naar Vrajabhumi te sturen. Trots is een groot struikelbrok op het pad van de bhakti. Het is demonische kwaliteit, dambho darpo bhimanas. Daarom zegt Mahaprabhu:
trnad api sunicena taror iva sahisnuna
amanina manadena kirtaniyah sada harih
Geef jouw trots op. He de denkwijze waarbij je jezelf lager acht dan een grasspriet op straat. Wees verdraagzaam als een boom. Vraag geen respect, maar breng jouw eerbetuigingen aan alles en iedereen. In deze gemoedstoestand chant je: Hare Krsihna Hare Krishna Krishna Krishna Hare Hare Hare Rama Hare Rama Rama Rama Hare Hare. Als je dit alles doet dan ben je verzekerd dat je krsna-prema zal ontwikkelen en jouw leven succesvol zal zijn. Dit is een diepgaand onderwerp. Hoeveel mensen hebben dit begrepen, ik weet het niet. Maar als enkele toegewijden het hebben begrepen dan heb ik al een beetje succes behaald.