woensdag 1 januari 2014

De meest gevaarlijke overtreding


Herkennen van een vaisnava

De eenvoudige definitie van een vaisnava, gegeven door Heer Caitanya Mahaprabhu, is: een persoon die onmiddelijk iemand herinnert aan de hoogste persooonlijkheid Heer Krishna, is een vaisnava.(commentaar B.G. 4.21.37)

Wanneer iemand ontwikkeld is, kan hij het belang van toegewijden zien. Een ontwikkelde toegewijde is nooit ongehoorzaam of niet respectvol jegens een andere toegewijde. Niet respectvol zijn jegens een andere toegewijde is een grote overtreding. Vaisnava aparadha is een zware overtreding. Daarom onderwijzen we onze studenten om toegewijden prabhu te noemen. Dit dient niet alleen simpelweg gezegd te worden maar dit moet ook gerealiseerd worden. Iemand dient aan een andere toegewijde te denken als zijn prabhu, zijn meester. Niet dat deze toegewijde zelf probeert meester te zijn.

trnad api sunicena taror api sahisnuna

amanina manadena krtaniyah sad harih

Val iemand niet aan

Omdat Dhruva Maharadja beledigd was door Suruchi, werd Suruchi boos over de dood van haar zoon en ging het bos in, wat haar dood betekende. Dit was specifiek genoemd door de Heer aan Dhruva omdat hij vastberaden was om haar dood te wreken. Hieruit dienen we de les te trekken dat we nooit een vaisnava dienen te beledigen. Niet alleen dienen we een vaisnava niet te beledigen maar we dienen sowieso niemand onnodig te beledigen. Toen Suruchi Drhuva beledigde, was hij nog maar een kind. Zij wist natuurlijk nog niet dat hij een groot vaisnava was en daarom was haar belediging dan ook in onwetendheid. Wanneer iemand zonder te weten een vaisnava dient, krijgt hij de goede resultaten hiervan en wanneer iemand zonder te weten een vaisnava beledigt dan lijdt deze persoon onder de slechte resultaten hiervan.

Beoordeel vaisnava's niet op hun uiterlijke verschijning

Overeenkomstig met deze formule, zijn de gosvamis die in de erfopeenvolging zitten van Sri Nityananda prabhu en Sri Advaita prabhu zeker toegewijden, maar toegewijden die afkomstig zijn van andere families dienen niet gediscrimineerd te worden. Wanneer een toegewijde van een een family afkomstig is van voorgaande acarya's of van een gewone familie, dienen ze toch gelijk behandeld te worden. Iemand dient niet te denken: Oh, hier is een Amerikaanse goswami en hem daarom te discrimineren. Noch dient iemand te denken: Hier is een nityananda-vamsa-gosvami(commentaar N.O.I. tekst 6). Aan de andere kant dient een gosvami, die deze titel verkregen heeft maar niet is geboren vanuit een brahmana of vanuit een familie van Sri Nityananda of Sri Advaita, niet trots te worden omdat hij een gosvami is geworden. Hij dient zich altijd te herinneren dat wanneer hij materieel trots wordt, hij direct van zijn positie valt. Deze Krishna-bewuste beweging is een transcedentale wetenschap waarbij geen ruimte is voor jaloezie. Deze beweging is bedoeld voor paramahamsa's die volledig vrij zijn van jaloezie(paramam nirmatsaranam). Iemand dient niet jaloers te zijn ondanks dat hij geboren is in een familie van gosvamis of de titel van gosvami verkregen heeft. Zodra iemand jaloers wordt, valt hij van de positie van de paramahamsa(commentaar van N.O.I. tekst 6).

Iemand die de lichamelijke tekortkomingen van een vaisnava in overweging neemt, dient te begrijpen dat hij een overtreding begaat aan de lotusvoeten van een vaisnava(commentaar van N.O.I. tekst 6).

Zij die denken dat Krishna-bewustzijn zich beperkt tot bepaalde groepen van de samenleving, een bepaalde groep toegewijden of een bepaald stuk land zijn in het algemeen trots om bepaalde externe kenmerken van een toegewijde te zien. Zulke nieuwelingen die niet in staat zijn om de verheven toegewijde dienst van een toegewijde te waarderen, proberen de maha-bhagavata tot hun positie te verlagen.

Hoe staat het gesteld met een gevallen vaisnava?

Niemand dient de lichamelijke tekortkomingen van een zuivere toegewijde te bekritiseren. Als er zulke tekortkomingen zijn dan dienen ze te worden overwonnen. Er dient gelet te worden op de spirituele meester zijn belangrijkste zaak, wat devotionele dienst is, zuivere dienst aan de Allerhoogste Heer. Zoals in de Bhagavad-Gita beschreven staat:

api cet suduracaro bhajate mam ananya-bhak

sadhur eva ca mantavyah samyag vyavasito hi sah


Alhoewel het er soms op lijkt dat een toegewijde zich bezig houdt met verfoeilijke activiteiten, dient hij toch gezien te worden als een sadhu, een heilig persoon, omdat zijn echte identiteit is die van iemand die zich bezig houdt met de liefhebbende dienst van de Heer. In andere woorden, hij dient niet gezien te worden als een gewoon persoon(commentaar van N.O.I. tekst 6).

api cet su-duracaro bhajate mam ananya-bhak, sadhur eva sa mantavyah? Al zijn bepaalde tegenstrijdigheden aanwezig maar hij bezig blijft met Krishna-bewustzijn, hij is een sadhu. sadhur eva sa mantavyah- hij dient niet worden veronachtzaamd(lezing over N.O.I. Vrindavana, 6 november 1972).

Respecteren maar geen associatie

Dit stuk gaat over vragen betreffende het brengen van eerbetuigingen aan sannyasi's. Iedere sannyasi die je tegenkomt, zelfs een mayavadi, breng je jouw eerbetuigingen, dit zal je niet tot last zijn. Zoals je hebt gezien, dienen we de instructies van Heer Caitanya te volgen en respect te geven aan anderen maar het is niet nodig om altijd associatie te hebben met hen. Wanneer een vaisnava geen goed karakter heeft, geven we ze wel het respect van een vaisnava maar we kunnen niet met hem associeren.(brief aan Jayapataka, 30 april 1970)

Hoe dienen nieuwe toegewijden te worden gecorrigeerd?

Ik heb een aantal klachten gehoord over andere toegewijden. Het is beter om een goed voorbeeld te zijn dan de tekortkomingen van andere toegewijden te bekritiseren. We dienen er altijd aan te denken dat we leden rekruteren uit mensen in het algemeen. Er kan niet verwacht worden dat ieder lid van onze beweging direct voldoet aan de standaard kwalificatie. Het beste is om een voorbeeld te zijn door jouw eigen gedrag en je probeert het gedrag van anderen te veranderen door vriendelijk gedrag in plaats van ze te bekritiseren(Brief aan een discipel, 14 oktober 1971).

Omgang met verder gevorderde vaisnava's

Het is ook een overtreding om een bekrachtigde vaisnava als object van disciplinaire maatregelen te zien. Het is ook een overtreding om hem een advies te geven of hem te corrigeren. Iremand kan onderscheid maken tussen een nieuweling en een gevorderd vaisnava op grond van hun activiteiten. De gevorderde vaisnava is altijd in de positie van een spiritueel meester en de nieuweling wordt gezien als zijn discipel. De spiritueel meester mag nooit worden onderworpen aan het advies van een discipel, noch mag een spiritueel meester zich verplicht voelen om instructies aan te nemen van hen die geen discipel zijn(commentaar N.O.I. tekst 6).

De grootste overtreding

Als iemand een overtreding begaat jegens een vaisnava, vergooit daarmee al zijn spirituele vooruitgang. Het begaan van een overtreding jegens een brahmana is zeer gevaarlijk en dit heeft ook Maharadja Rahugana geweten. Daarom gaf hij eerlijk zijn fout toe. Er zijn vele gevaarlijke zaken zoals bliksemschichten, vuur, de straf van Yamaraja, et cetera, maar niets wordt zo gevaarlijk gezien als het begaan van overtredingen jegens een brahmana zoals Jada Bharat(commentaar van B.G. 5.10.17).

De meest gevaarlijke vorm van het begaan van overtredingen is die vorm van vaisnava-aparadha die gurv-aparadha, overtredingen jegens de lotusvoeten van de spiritueel meester, genoemd wordt. In het proces van het chanten van de heilige namen van de Allerhoogste Heer is deze gurv-aparadha de meest gevaarlijke vorm van aparadha.

De gevolgen van vainava-aparadha

In de Hari-bhakti-vilasa staat de volgende quote geschreven van de Skanda purana betreffende het lasteren van een vaisnava:

yo hi bhagavatam lokam upahasam nrpottama

karoti tasya nasyanti artha-dharma-yasah-sutah

nindam kurvanti ye mudha vaisnavanam mahatmanam

patanti pitrbhih sardham maha-raurava-samjnite

hanti nindati vai dvesti vaisnavan nabhinandati

krudhyate yati no harsam darsane patanani sat


In een gesprek tussen Markandeya en Bhagirath wordt gezegd: Beste koning, hij die een verheven toegewijde bespot, verliest alle resultaten van zijn goede daden, zijn rijkdom, zijn reputatie en zijn zonen. Vaisnavas zijn altijd grote zielen. Wie hen lastert, gaat naar een hel die Maha-raurava genoemd wordt, vergezelt van zijn voorvaderen. Wie een vaisnava lastert of vermoord en wie jaloers is of boos is of wie zijn eerbetuigingen niet brengt of geen blijdschap voelt als hij hem ziet, gaat naar een helse conditie. Ook geeft de Hari-bhakti-vilasa een beschrijving van de Dvaraka-mahatmya:

kara-patrais ca phalyante su-tivrair yama-sasanaih

nindam kurvanti ye pap vaisnavanam mahatmanam


In een gesprek tussen Prahalad Maharadja en Bali Maharadja wordt gezegd: Die zondige mensen die een vaisnava lasteren, die grote zielen zijn, worden onderworpen aan de zware straffen van Yamaraja. In de Bhakti-sandarbha van Jiva Goswami staat een opmerking betreffende het lasteren van Heer Vishnu:

ye nindanti hrsikesam tad-bhaktam punya-rupinam

sata-janmarjitam punyam tesam nasyati niscitam

te pacyante maha-ghore kumbhipake bhayanake

bhaksitah kita-sanghena yavac vandra-divakarau

sri-visnor ava mananad gurutaram sri-vaisnavollanghanam

tadiya-dusaka-janan na pasyet purusadhanam

taih sardham vancaka-janaih saha-vasam na karayet


Hij die Heer Vishnu en zijn toegewijden bekritiseert, verliest alle voordelen die hij heeft verzameld in honderd heilige geboorten. Zo'n persoon verblijft in de Kumbhipaka hel en wordt gebeten door wormen zolang als de zon en maan bestaan. Daarom zou iemand het gezicht van iemand die Heer Vishnu en zijn toegewijden lastert niet moeten zien. Associeer nooit met zulke personen.

In de Bhakti-sandarbha, schrijft Jiva Goswami verder nog quates van het Srimad Bhagavatam(10.74.40):

nindam bhagavatah srnvams tat-parasya janasya va

tato napaiti yah so 'pi yaty adhah sukrtac cyutah


Als iemand niet direct vertrekt als hij de laster hoort jegens de Heer en zijn toegewijden, valt van het platform van toegewijde dienst(commentaar van CC. madhya 15.261).

De regulerende principes opgevend en levend volgens eigen grillen, wordt vergeleken met de dolle olifant die met kracht de bhakti-lata ontworteld en haar in stukken breekt. Op deze wijze verdwijnt de bhakti-lata. Zo'n overtreding is specifiek gecreerd wanneer iemand de instructies van de spiritueel meester ongehoorzaam is. Dit wordt guru-avajna genoemd. De toegewijde moet daarom zeer voorzichtig zijn om geen overtredingen te begaan jegens de instructies van de spiritueel meester. Zodra iemand zich verwijdert van de instructies van de spiritueel meester, begint het ontwortelen van de bhakti-lata en uiteindelijk droogt dit plantje uit(commentaar van CC. madhya 19.156).

Wanneer een dolle olifant een prachtige tuin binnenkomt, verwoest het alles, een dorre vlakte achterlatend. Op een gelijke wijze is de kracht van vaisnava-aparadhaa zo groot dat zelfs een gevorderd toegewijde bijna geheel zijn spirituele vooruitgang kwijt raakt als hij aparadha begaat. Omdat Krishna-bewustzijn eeuwig is, kan het niet worden vernietigd, maar vooruitgang kan voor een tijd lang bevroren raken(commentaar van B.G. 5.1.5).

Vaisnava-aparadha ontstaat door omgang met niet-toegewijden

Wanneer iemand omgang heeft met niet-toegewijden, wordt de dolle olifant losgelaten. Sri Caitanya heeft gezegd: asat-sanga tyaga-ei vaisnava acara. Het is eerst zaak dat een vaisnava de omgang met niet-toegewijden opgeeft. Een zogenaamde volwassen toegewijde begaat een grote overtreding door het opgeven van omgang met zuivere toegewijden. De mens is een sociaal dier en wanneer iemand de omgang met toegewijden opgeeft, zal hij omgang hebben met niet-toegewijden. Door omgang te hebben met niet-toegewijden in niet-devotionele activiteiten, zal de zogenaamde volwassen toegewijde slachtoffer worden van de dolle olifant overtreding. Welke groei zich dan ook heeft voorgedaan, wordt snel ontworteld door zo'n overtreding. Daarom dient iemand zeer voorzichtig te zijn met de verdediging van de bhakti-lata door er hekken omheen te plaatsen. Dit doe je door de regulerende principes te volgen en omgang te hebben met zuivere toegewijden. Zelfs wanneer iemand denkt dat er vele pseudo-toegewijden en niet-toegewijden aanwezig zijn binnen de beweging, dan dient hij zich verbonden te houden met de beweging. Als iemand denkt dat de leden van de beweging geen zuivere toegewijden zijn, dan kan iemand direct contact houden met zijn spiritueel meester en als er enige twijfel is dan dient hij dit direct aan de spiritueel meester voor te leggen. Maar, behalve wanneer iemand de instructies van de spiritueel meester volgt betreffende de regulerende principes en het chanten en het horen over de heilige namen van de Heer, kan iemand geen zuivere toegewijde worden.Door iemand zijn mentale brouwsels, valt iemand van zijn positie. Door omgang te hebben met niet-toegewijden verbreekt iemand de regulerende principes en is daardoor verloren(commentaar CC. madhya 19.157).

Materiele weelde is een drijfkracht voor vaisnava-aparadha

Het is soms zeer riskant om zeer veel materiele weelde te hebben. De materieel welvarend persoon geeft niet om anderen en daarom begaat hij overtredingen jegens grote persoonlijkheden zoals grote heiligen en toegewijden. Zoals beschreven is door Sukadev gosvami, dhana-durmadandha: te veel weelde maakt iemand blind. Dit gebeurde zelfs Indra in zijn koninkrijk dus wat te zeggen over personen in deze materiele wereld? Wanneer iemand rijk is, dient hij sober te leven en zich voorbeeldig te gedragen jegens vaisnavas en heilige personen anders zal hij van zijn platform vallen.

Een vaisnava tolereert beledigingen

Een zuivere vaisnava neemt beledigingen nooit serieus. Dit is de les die Heer Caitanya ons leert:

trnad api sunicena taror iva sahisnuna

amanina manadena kirtaniyah sada harih


Iemand dient de heilige namen van de Heer te chanten met een nederige geest, denkend van zichzelf dat hij minder is dan een grasspriet in de straat. Iemand dient verdraagzaam te zijn als een boom, zonder prestatiedrang en klaar te zijn om aan iedereen zijn respect te geven. In zo'n bewustzijnsstaat kan iemand altijd de heilige namen van de Heer reciteren.

Een vaisnava is altijd tolerant en overgegeven zoals bomen en gras. Hij verdraagt beledigingen van anderen want hij is eenvoudigweg geinteresseerd in het chanten van de heilige namen van de Heer zonder daarbij verstoord te raken(commentaar CC.antya 3.207).

Krishna tolereert nooit overtredingen jegens zijn toegewijden

Zelfs als een toegewijde Heer Krishna beledigt, zal Hij dit tolereren. Maar wanneer iemand zijn toegewijde beledigt dan zal hij dit nooit tolereren. Het is dan gedaan met deze persoon. Als een toegewijde Hem beledigt, dan reageert hij: Oke, laat maar. Maar wanneer iemand zijn kinderen beledigt of pijn doet dan zal Hij dit nooit tolereren. Op een zelfde wijze zal Krsihna nooit toestaan dat iemand een toegewijde, die zich afhankelijk opstelt van de Heer in alles wat hij doet, hem beledigt of pijn doet.(lezing in Los Angeles, 2 december 1973).